Haal de oesters minimaal een half uur van te voren uit de koelkast zodat ze op kamertemperatuur kunnen komen. Snij de parmaham en salie in kleine stukjes (snippers) en pel de teen knoflook.

Bestrooi de oesters met peper en zout en doe wat roomboter en olijfolie in een koekenpan. Zet de pan op hoog vuur en zodra de olie en boter warm zijn leg je de oesters in de pan. Bak ze niet te lang; anders verliezen ze hun malsheid. Ze mogen best wat rosé van kleur zijn. De baktijd hangt af van hoe dik de oesters zijn. Bij mij waren ze vrij dun en dus bakte ik ze 2 à 2,5 minuten op de ene kant, draaide ze toen om en toen nog zo'n halve minuut op de andere kant. Draai het vuur zacht, haal dan het vlees uit de pan, leg ze op een snijplank of in wat aluminiumfolie en leg even aan de kant.

Bewaar het bakvet uit de pan (voeg olie toe wanneer nodig) en draai het vuur weer hoog. Pers boven de pan je teen knoflook uit, bak een halve minuut mee en voeg vervolgens parmaham en salie toe. Ook dit bak je een halve minuut, waarna je de marsala wijn en het bouillonblokje toevoegt. Roer even door en voeg vervolgens de kookroom toe om de saus de juiste dikte te geven. Draai daarna het vuur uit en zet de pan van je kookpit af, om te voorkomen dat de saus verder indikt.

Nu kun je het vlees serveren. Leg daarvoor het vlees op een bord en schep er wat marsalasaus overheen. Serveer met de bijgerechten die jij hebt gekozen (in ons geval pasta en salade) en eet smakelijk!

Wij serveren dit gerecht altijd met pasta en een frisse salade. Het smaakt ook heerlijk met aardappelpartjes, aardappelgratin of aardappeltjes uit de oven. Of wat dacht je van zoete aardappelfrites? En natuurlijk geroosterde groenten niet te vergeten.

Bron: ElsSchrijft