Haal het vlees een half uur voor bereiding uit de koelkast.
1. Bak het vlees, in een scheutje zonnebloemolie, rondom aan in een braadpan.
2. Als het vlees lekker bruin is, voeg je het water en de overige ingrediënten toe. Laat het 1,5u zachtjes koken met de deksel schuin op de pan.
3. Na 1,5u haal je het vlees uit de pan en snijd je het in blokjes van ongeveer 1 cm.
4. Zeef de bouillon en vervolgens start je met het maken van de ragout. De overige bouillon kun je goed bewaren voor een ander gerecht (het is ook mogelijk om dit in te vriezen) óf ook gebruiken als je meer dan 6 pasteitjes wilt vullen.

Voor 6 pasteitjes*:
1. Laat de boter in een steelpannetje smelten.
2. Voeg de champignons toe en roer af en toe door.
3. Zodra de champignons wat zachter worden, voeg je de bloem toe. Roer goed, zodat het niet aanbakt!
4. Na ongeveer 3-4 minuten is de bloem gaar. Op het begin is het wat droger en later wordt het wat vochtiger. Dit is het teken dat de bloem gaar is.
5. Voeg nu scheutje voor scheutje de bouillon toe. Wacht elke keer totdat het opgenomen is. Het wordt vanzelf een dikkere massa. Vind je het dik genoeg, stop je met het toevoegen van de bouillon. Laat nog even op het vuur staan. Let op: het wordt alt
6. Voeg de stukjes poulet toe en naar smaak een snuf zeezout, peper en nootmuskaat.
7. Serveer de ragout in bijvoorbeeld pasteitjes en top af met wat gesneden verse peterselie. !! De overige 250 gr poulet kun je gebruiken voor het maken van nog meer ragout óf lekker tussen een wrap doen met bijvoorbeeld veldsla, maïs, paprika en srirachamayo.

* Let op: wil je de ragout serveren in van die heerlijke pasteitjes? Houd de bereidingstijd in de gaten en zorg dat je hier op tijd mee start.