Doe de wangetjes met de rode wijn in een kom, dek de kom af en laat ze twaalf uur marineren. Haal de wangetjes uit de marinade, dep ze droog en bind ze met keukengaren samen tot kleine pakketjes. Verhit de boterolie in een braadpan en braad de wangetjes aan alle kanten heet aan. Haal ze uit de pan.

Verwarm de oven voor op 180°C. Pel de uien en snij ze in blokjes. Was de soepgroenten schoon. Schil de wortels, wortelpeterselie en selderie en snij ze in blokjes. Snij de prei in plakjes. Doe de uien en soepgroenten in de braadpan en braad ze al roerend stevig aan. Blus met de port en laat het wat indikken.

Doe de kalfsfond en rode wijn (marinade) en de wangetjes in de braadpan. Voeg het zout, de peperkorrels en het takje rozemarijn toe. Dek de braadpan af en laat de wangetjes twee uur in de voorverwarmde oven garen. Schil de aardappels voor de gnocchi en kook ze in ongeveer twintig minuten in zout water gaar. Giet ze af en pers ze onmiddellijk door een aardappelpers in een kom. Verwerk de aardappelen met meel, eieren en rucola tot deeg. Vorm het deeg op een met meel bestoven werkvlak tot lange rollen en snij deze in stukjes van ongeveer twee centimeter lang.

Druk met een vork het typische gnocchipatroon in het deeg. Laat de gnocchi ongeveer vijf minuten in zout water koken tot ze boven komen drijven. Haal de gnocchi met een schuimspaan uit het water, leg ze op voorverwarmde borden en houd ze warm. Was voor de tomaten de vleestomaten, haal de steeltjes eraf en snij ze in blokjes. Verhit de olie in een pan en braad de stukjes tomaat ongeveer tien minuten. Roer ze af en toe om. Kruid met zout, peper en basilicum. Haal de wangetjes uit de kom en zeef het braadvocht en de groenten. Breng de saus op smaak en bind met wat koude boter.

Leg de wangetjes op de gnocchi en serveer ze overgoten met de saus. Serveer de tomaten als bijgerecht.