Ingrediënten voor het raviolideeg op het eigeel na met de kneedhaak van een handmixer op het laagste niveau kneden. Op een licht met bloem bestrooid werkvlak met de hand tot een glad deeg kneden. Het deeg luchtdicht in vershoudfolie wikkelen en in de koelkast laten rusten.

Voor de vulling de ossobuco in kleine blokjes snijden. Het sjalotje pellen en samen met de paprika eveneens in kleine blokjes snijden. De limoen wassen, drogen en de schil raspen. De limoen halveren en het sap uitpersen. De kruiden wassen en drogen. De blaadjes eraf plukken en zeer fijn hakken. De sjalot- en paprikablokjes aanbakken in boter. De ossobuco toevoegen en met één eetlepel limoensap en vier eetlepels kalfsfond afblussen. Wanneer de vloeistof is verdampt, het mengsel van het fornuis nemen en de limoenschil en kruiden erdoor mengen en op smaak brengen met peper. De vulling laten afkoelen.

Met behulp van een pastamachine het deeg dun uitrollen, zodat er twee lange vellen ontstaan. Telkens een volle theelepel vulling in het midden van het ene deegvel plaatsen met een afstand van ongeveer 4 cm. Het deeg rond de vulling dun met eigeel bestrijken. Het tweede deegvel gelijk liggend op het eerste plaatsen en telkens rond de vulling goed aandrukken. De ravioli uitsnijden.

De ravioli in kokend gezouten water garen. Ze zijn klaar om te eten zodra ze boven komen drijven. Met een schuimspaan eruit nemen, kort laten uitlekken en op voorverwarmde borden verdelen. Naar wens met vers geraspte Pecorino bestrooien.